Terugblik eerste snede 2023
9 juni 2023
Ruw eiwitgehalte in de graskuilen sterk afhankelijk van maaidatum
Agrifirm volgt al een aantal jaren de voederwaarde van de maaisnede. Op diverse bedrijven verspreid over heel Nederland en gespreid per grondsoort wordt wekelijks een grasmonster genomen om het verloop van de voederwaarde in een maaisnede te volgen.
Op deze manier kunnen we op basis van het gewenst eiwitgehalte in de graskuil een goed advies geven over het optimale maaitijdstip.
De lente van 2023 was ontzettend nat. Daarom kon niet overal in het land eind februari al drijfmest worden uitgereden. De draagkracht was hiervoor te beperkt. Wat betreft temperatuur en zonneschijn was de lente normaal.
Daar waar velen begin mei nog dachten dat het te vroeg was om te maaien kwam uit de maaimonitor naar voren dat het eiwitgehalte in het gras snel daalde. Vandaar dat we begin mei, voor bedrijven met veel snijmais in het rantsoen, het advies gaven om te gaan maaien.
Voor bedrijven die de eerste week van mei inderdaad hebben gemaaid heeft dit goed uitgepakt. De eerste kuiluitslagen die wij hebben ontvangen bevestigen dit beeld. De kuilen die eind april zijn gemaaid bevatten gemiddeld 1000 VEM en 190 g RE-incl.
Van de later gemaaide graskuilen is nog geen voederwaarde bekend. De verwachting is dat deze een stuk lager uitkomen in het ruw eiwit.